Milieu

Vuurwerk Milieueffecten en Toxiciteit (verkorte versie)

Ieder jaar, zo tegen het einde van het jaar, is er veel discussie over de effecten van vuurwerk op het milieu en de giftigheid van vuurwerk. Het doel van deze samenvatting is duidelijkheid te creëren door op feiten gebaseerde informatie te presenteren. Het is niet onze bedoeling om “te doen alsof er niets aan de hand is”. Maar wij hebben ons er wat meer in verdiept, de feiten gelezen, en we zetten enkele punten op een rij.

Het is belangrijk om de invloed van het afsteken van vuurwerk in het juiste perspectief te plaatsen. Hoe staat het vuurwerk in verhouding tot andere emissie bronnen (bijvoorbeeld vreugdevuren)? Zo is het goed mogelijk dat via andere bronnen meer milieuvervuiling optreedt, dan via het afsteken van vuurwerk.

Zware metalen en vuurwerk

Wat is een zwaar metaal? Het is afhankelijk van welke definitie je gebruikt, maar uiteindelijk stelt Wiki dat er consensus is dat het die metalen betreft “die in het periodiek systeem lopen van koper tot lood of bismut“.

Welke zware metalen zitten in vuurwerk?

Het is een feit dat men in vuurwerk gebruik maakt van allerlei elementen. Als we – conform bovenstaande – alleen die elementen bekijken dan wordt voor het maken van ‘vlamkleuren’ gebruik gemaakt van barium (Ba), strontium (Sr) en koper (Cu). Voor speciale effecten gebruikt men antimoon (Sb).

Barium wordt als barium sulfaat gebruikt in de medische wereld als contrastvloeistof.

Strontium wordt als strontium chloride tevens ook gebruik in tandpasta voor gevoelige tanden (Sensodyne)

Welke zware metalen zitten niet (meer) in vuurwerk?

Kwik (Hg) en lood (Pb) zijn in het verleden toegepast. Maar er zijn tegenwoordig zeer goede alternatieven voor beide stoffen en deze worden reeds op grote schaal toegepast.

Achtergrond emissies

Om een oordeel te kunnen vellen over hoe ernstig de emissie is van zware metalen door vuurwerk, zal men eerst onderzoek moeten doen welke “achtergrond emissies” er reeds bestaan. Denk dan bijvoorbeeld aan natuurlijke bronnen zoals rivierwater en Saharazand, mineralen (strooizout), of via dagelijkse handelingen zoals barbecue, houtkachels of het bewerken van bouwmaterialen.

Op 13 mei 2000 voltrok zich de vuurwerkramp in Enschede waarbij 177 ton vuurwerk de lucht in ging. De effecten op mens en milieu zijn onderzocht door o.a. deskundigen van het RIVM. De RIVM concludeerde: “dat er voor de onderzochte stoffen bij bewoners, passanten en hulpverleners geen verhoogde lichaamsbelasting door de vuurwerkramp is aangetoond” RIVM rapport 630930003, (pag 50 van 118) en dat “(de explosie) niet tot een significante toename van de gehalten in de bodem heeft geleid”. RIVM Rrapport 609022002 (pag 47 van 56)

Fijnstof

Er is zo nu en dan discussie rond fijnstof. Fijnstof afkomstig van verbranding van vuurwerk, is significant anders qua chemie heeft dan het fijnstof afkomstig vanuit bijvoorbeeld een dieselmotor (roet-achtig fijnstof). Omdat de “chemie” van het door vuurwerk gegenereerd fijnstof anders is, geven fijnstofmetingen tijdens Oudjaar een vertekend beeld, hoofdzakelijk omdat men normaal al zeezoutcorrectie toepast (wiki).

Tevens is het belangrijk om te onderzoeken wat de levensduur is van fijnstof vanuit vuurwerk.

Tot slotte is het belangrijk om op te merken dat er een grote invloed is van de weersomstandigheden. Onder bepaalde (bijzondere) weersomstandigheden kunnen bepaalde nadelige effecten van vuurwerk afsteken voor de gezondsheid worden “uitvergroot”.  Bij weersomstandigen met een beetje wind, of regen zullen de verbrandingseffecten zeer snel verdwijnen uit de atmosfeer, en is er dus niets aan de hand.

Stikstof-oxides kunnen worden gevormd, maar hebben een zeer tijdelijk karakter. Dit zijn gassen die snel verder reageren met atmosferisch aanwezige water en basische stoffen welke aanwezig zijn in de bodem zoals carbonaten (bijv calcium carbonaat, krijt). De bijdrage van vuurwerk is niet significant ten opzichte van dagelijkse emissie bronnen (bijv afvalverbrandingsinstallaties, gascentrales, stadsverwarming, etc). 

Resumé

  • Er worden veel onwaarheden gepresenteerd over vuurwerk, zoals bijvoorbeeld de fout dat vuurwerk cadmium zou bevatten. Hiervoor ontbreekt ieder bewijs. In veruit de meeste gevallen zal er geen opzet zijn dat er ‘fabeltjes’ de wereld in worden geholpen; het ontbreekt gewoon aan veel specialisten met een ruime kennis op het gebied van vuurwerk.
  • Zware metalen zoals bijvoorbeeld strontium komen ook in het dagelijks leven voor, zelfs in alledaagse producten zoals tandpasta. Als het risico voor de mens groot zou zijn, dan zou je dit soort producten ook niet kunnen kopen.  In de loop der jaren zijn er ook ontwikkelingen waardoor lood en arsenicum niet meer in vuurwerk worden gebruikt; deze laatste stoffen zijn als het ware behoorlijk “uit de mode” geraakt.
  • Naast het feit dat bepaalde zware metalen uit de mode raken, is er volgens ons nog onvoldoende gekeken naar andere vormen van ‘emissie bronnen’ waaruit zware metalen het milieu in komen. De werkgroep BCN is voorstander dat dit veel beter wordt uitgezocht. Pas als dit beter is onderzocht, kan men echte conclusies trekken.
  • Fijnstof is een ingewikkeld probleem, maar werkgroep BCN ziet sterke aanwijzingen dat fijnstof uit vuurwerk wel eens hele andere eigenschappen zou kunnen hebben dan bijvoorbeeld fijnstof uit een dieselmotor. En mogelijk dus ook veel minder schadelijke eigenschappen dan men tot nu toe aanneemt (zoek maar eens “zeezout aftrek” op). De werkgroep BCN is voorstander dat dit goed wordt uitgezocht. Pas na beter onderzoek kan men echte uitspraken doen. Tot nu toe is in het onderzoek dat gedaan is, niet genoeg gekeken naar de eigenschappen.
  • RIVM heeft na de explosie in Enschede in 2000 uitvoerig metingen gedaan, en kwam tot de conclusie dat er geen significante toename is geweest van de gehalten in de bodem. Ook concludeerde RIVM dat “er voor de onderzochte stoffen bij bewoners, passanten en hulpverleners geen verhoogde lichaamsbelasting door de vuurwerkramp is aangetoond”. Stel je voor hoe extreem die situatie is geweest, en dan, nog steeds is er geen ernstige situatie wat betreft bodem- en luchtvervuiling.
  • Tot slot lijkt alles er op dat men in Amerika en Duitsland druk in de weer is met onderzoek naar minder milieuvervuilend vuurwerk. Wij zien daarin voldoende hoop en ruimte voor verbeteringen. Maar dan moeten ‘de geleerden’ het wel eens zijn wat realistische eisen zijn.